Bij de meeste soorten, van bavianen tot mensen tot paarden, die vroeg in hun leven met ernstige tegenslag te maken krijgen, is de kans groter dat ze later in hun leven ontberingen ervaren.

Toen onderzoekers van het Dian Fossey Gorilla Fund en de Universiteit van Michigan besloten om deze vraag bij gorilla’s te onderzoeken, wisten ze niet zeker wat ze zouden vinden. Eerdere studies van het Dian Fossey Gorilla Fund hebben aangetoond dat jonge gorilla’s verrassend goed omgaan met het verlies van hun moeder, in tegenstelling tot wat bij veel andere soorten is gevonden. Maar het verliezen van je moeder is slechts een van de vele mogelijke trauma’s die jonge dieren kunnen overkomen.

“Ervan uitgaande dat je iets overleeft dat we beschouwen als tegenspoed in de jeugd, is de kans groot dat je minder gezond zult zijn, minder kinderen krijgt of korter leeft – ongeacht welke soort”, aldus antropoloog Stacy Rosenbaum. “Er is een hele reeks dingen die je kan overkomen op jonge leeftijd, die een negatieve invloed op je leven als volwassene kunnen hebben.”

De onderzoekers constateerden echter bij de gorilla’s die de leeftijd van zes jaar overleefden, grotendeels onaangetast waren door moeilijkheden die ze als baby’s of jongeren mee hadden gemaakt. Het onderzoek is gepubliceerd in het tijdschrift Current Biology.

Kunnen we de uitkomsten toepassen bij de mens?
Net als andere soorten hebben mensen ook te maken met tegenspoed in hun jeugd, en de effecten hiervan kunnen ons achtervolgen tot in de volwassenheid, zoals een kortere levensduur of gezondheidscomplicaties. Maar bij mensen is het moeilijk uit te maken of we bijvoorbeeld kanker krijgen of vroeg sterven als volwassene vanwege een ongewenste gebeurtenis vroeg in het leven, of dat het komt door een veelheid aan gedrags-, omgevings- en culturele factoren – of een combinatie van al het bovenstaande.

Het bestuderen van deze vroege bijwerkingen bij niet-menselijke soorten kan onderzoekers helpen te begrijpen hoe dergelijke gebeurtenissen mensen beïnvloeden en hoe ze kunnen worden verminderd. “Als je naar dieren kijkt, verwijder je veel van de variatie die we bij mensen hebben. Ze eten bijvoorbeeld allemaal hetzelfde dieet, ze krijgen allemaal lichaamsbeweging als onderdeel van hun dagelijks leven, ze hebben niet de mogelijkheid gedrag te vertonen met negatieve gezondheidsuitkomsten zoals roken”, volgens Robin Morrison, onderzoeker bij het Dian Fossey Gorilla Fund.

Maar desondanks is het bij de meeste soorten nog steeds zo dat vroege tegenspoed negatieve effecten kan hebben op volwassen leeftijd, wat suggereert dat er een soort dieper biologisch mechanisme is dat we niet zo goed begrijpen. Dat gorilla’s een ander patroon vertonen, suggereert dat deze tegenslagen in het vroege leven kunnen worden overwonnen. Begrijpen waarom en hoe dit gebeurt, kan aanzienlijke gevolgen hebben voor onze eigen soort, aldus Morrison.

Het onderzoek
Net als mensen leven gorilla’s lang en hebben ze een klein aantal nakomelingen waarin ze enorm investeren. Dit maakt ze tot een goed vergelijkend diermodel om de gevolgen van negatieve gebeurtenissen in het vroege leven te begrijpen. De onderzoekers keken naar 55 jaar aan langetermijngegevens die waren verzameld door het Dian Fossey Gorilla fund bij 253 wilde berggorilla’s, waarvan 135 mannetjes en 118 vrouwtjes. Deze gorilla’s leven in Volcanoes National Park in Rwanda.

De onderzoekers identificeerden zes verschillende soorten tegenspoed in het vroege leven van een gorilla: een vader of moeder verliezen, de dood van een groepslid meemaken door kindermoord, instabiliteit in de sociale groep, weinig leeftijdsgenoten in de sociale groep hebben en een concurrerende broer of zus hebben die kort na hun werd geboren. De gegevens omvatten informatie over hoeveel van deze vroege tegenslagen elke gorilla ervoer, op welke leeftijd en hoe lang de gorilla leefde.

De onderzoekers keken naar wat er gebeurde als een gorilla geen, één, twee of drie of meer tegenslagen ondervond. Ze ontdekten dat hoe meer van deze tegenslagen gorilla’s ervoeren vóór de leeftijd van zes jaar, des te groter de kans dat ze als juvenielen zouden overlijden. Maar als ze, ondanks deze tegenslagen, overleefden tot de leeftijd van zes (voorbij hun jeugdstadium) was er geen bewijs dat hun levensduur korter was, ongeacht hoeveel de hoeveelheid tegenslagen de gorilla’s ondervonden.

Als een gorilla drie jaar of meer vormen van tegenspoed ervoer, leefde hij in feite langer; deze sub- groep van dieren had een vermindering van 70% van het risico op overlijden tijdens de volwassenheid. Maar dit werd vooral veroorzaakt door een langere levensduur bij mannen, en de onderzoekers vermoeden dat de trend te wijten was aan iets dat levensvatbaarheidsselectie wordt genoemd. Dit betekent dat als een gorilla sterk genoeg was om moeilijke gebeurtenissen in het vroege leven te overleven, deze waarschijnlijker langer zou leven.

“Ik verwachtte dat deze gorilla’s een korte levensduur zouden hebben en het niet zo goed zouden doen als volwassenen,” zei Rosenbaum. “We ontdekten dat deze gebeurtenissen zeker verband houden met een veel hoger risico op overlijden als je jong bent. Maar als je overleeft tot de leeftijd van zes, is er geen bewijs dat die gebeurtenissen je levensduur verkorten. Dit is heel anders dan wat we zien in andere soorten.”

Sociale buffering
De onderzoekers hebben enkele theorieën over waarom deze berggorilla’s zo veerkrachtig waren. Gorilla’s hebben zeer hechte sociale groepen en eerdere studies hebben aangetoond dat wanneer een jonge gorilla zijn moeder verliest, hij niet meer geïsoleerd raakt: andere gorilla’s vullen de leemte die de gestorven gorilla achter laat.

“Het jonge dier verlengt zijn tijd in de buurt van andere gorilla’s na het verlies van zijn moeder en in het bijzonder de hoogste volwassen man, zelfs als hij niet hun biologische vader is,” zei Morrison. “Deze sterke netwerken kunnen kritieke sociale buffering bieden, zoals is aangetoond bij mensen. De kwaliteit van onze sociale relaties is een zeer belangrijke voorspeller van onze gezondheid en levensduur; in sommige gevallen belangrijker dan genetica of levensstijl.”

Een andere reden waarom ze mogelijk relatief gebufferd zijn voor de gevolgen van tegenspoed, is dat berggorilla’s in een omgeving leven die rijk is aan hulpbronnen in vergelijking met veel andere wilde primaten. Het kan voor een gorilla gemakkelijker zijn om moeilijke omstandigheden te overleven als ze niet ook constant te maken hebben met de stress van het vinden van voldoende voedsel en water.

Ter vergelijking, savannebavianen, die de inspiratie vormden voor deze analyse, leven in een sterk seizoensgebonden omgeving met extreme droogtes. Ze zullen soms kilometers moeten lopen om bij een waterpoel te komen. Elke afzonderlijke calorie die ze binnenkrijgen is van levensbelang. Dat is niet de wereld waarin berggorilla’s leven, die vaak wordt beschreven als een gigantische slakom.

De bevindingen van de onderzoekers suggereren dat soorten die vergelijkbaar zijn met de onze, een aanzienlijke veerkracht kunnen hebben om met tegenslag in het vroege leven om te gaan. De resultaten roepen ook belangrijke vragen op over de biologische oorsprong van gevoeligheid voor vroege ervaringen en de beschermende mechanismen die bijdragen aan veerkracht bij gorilla’s.
De onderzoekers denken niet dat we moeten aannemen dat de negatieve effecten op de lange termijn van tegenspoed in het vroege leven universeel zijn. We hebben de neiging om hierover te praten alsof het een alomtegenwoordige ervaring is, en een gegeven dat je volwassenheid in het gedrang komt als je vroege tegenspoed doormaakt. De gegevens voor mensen zijn veel complexer en dit onderzoek zou suggereren dat ze ook voor andere dieren complexer kunnen zijn. En dat is eigenlijk een hoopvol verhaal.

Bron: Robin E. Morrison, Cumulative early life adversity does not predict reduced adult longevity in wild gorillas, Current Biology (2023). DOI: 10.1016/j.cub.2023.04.051. https://www.cell.com/current-biology/fulltext/S0960-9822(23)00533-X

Foto credits: Dian Fossey Gorilla Fund.

Written by Gorilla Stichting Nederland