

Door de geluiden en gebaren van gorilla’s te begrijpen, krijgen we ook inzicht in hun gevoelens.De wereld van een gorilla kan heel luid en dramatisch zijn wanneer ze zichzelf moeten laten zien en horen door de dichte vegetatie waarin ze leven. Schreeuwen, luid roepen (hoot), krijsen, brullen en grommen maken allemaal deel uit van hun repertoire, maar ook kleinere, subtielere geluiden en gebaren zijn net zo belangrijk om begrepen te worden in hun sociale groepen.
De vocalisaties kunnen worden geassocieerd met verschillende gedragingen, waaronder spelen, eten, woede en alarm slaan. Deze verbale communicatie kan ook worden gebruikt naast specifieke gebaren en uitdrukkingen.
Hier is een overzicht van de verschillende geluiden en wat gorilla’s hiermee “zeggen”.
Belching is bekend als een contactroep. Het geluid kreeg zijn naam omdat eerst werd gedacht dat de gorilla’s aan het boeren waren (Belch betekent letterlijk oprisping). Belching wordt het meest gebruikt in de ontmoetingen van onderzoekers met gorilla’s. Het wordt gezien als een belangrijk onderdeel van de “gorilla-etiquette”, gecombineerd met een lichaamstaal die geen agressie laat zien.
Deze lichaamstaal houdt in dat je laag blijft om niet boven de gorilla’s uit te torenen, omdat dit agressief op de gorilla’s kan overkomen. Verder moeten de armen over elkaar heen worden gevouwen en moet worden weggekeken. Er kan alleen een blik worden geworpen vanuit de ooghoeken om zo te laten zien dat je hen niet bedreigt of agressief bent. Door middel van belching kan de aanwezigheid worden aangekondigd, zodat de gorillagroep niet wordt verrast.
Bij het grote publiek zal de schreeuwende, aanstormende zilverrug het meest bekend zijn. Door middel van deze verbale en non-verbale communicatie laat de zilverrug op dramatische wijze weten “Ik ben boos en bang en je bent een gevaar voor mij, dus ik ga je wegjagen”. Een effectief middel want een dier van zo’n 200 – 250 kg dat op je af komt storm is erg afschrikwekkend!
Vooral ook door dit beeld is de reputatie van agressieve dieren ontstaan. Door Dian Fossey’s werk met de berggorilla’s in Rwanda veranderde dit (al hebben nog velen vandaag de dag dit beeld van gorilla’s). Door het vertrouwen van de dieren te winnen, was ze in staat om dicht bij hen te komen en te ontdekken dat hun onderlinge communicatie veel complexer was dan alleen deze alarmbellen.
Soms zitten gorilla’s tijdens het eten dicht bij elkaar. Vaak gebruikt een etende gorilla een grommend of knorrend geluid als een ander individu hem/haar nadert of een plant wil gaan eten waar de gorilla zijn/haar oog op heeft laten vallen. Het gegrom drukt het gezag van de voedende gorilla uit met betrekking tot de voedselplek. Het gegrom betekent “terugtrekken, dat wil ik hebben”, in de context betekent het “stop dat” of “ga weg”. Het wordt soms een varkensgeknor genoemd omdat het bijna klinkt als varkens knorren.
Alle gorilla’s, dus ook de zilverrug, spelen en daarbij maken vooral de jongeren een karakteristiek grinnikend of lachend geluid.
Het is een hees ‘ha, hahaha, hahahaha, ha, ha’ en het is zowel een uitdrukking van plezier als vreugde, maar het kan ook worden gebruikt als een uitnodiging om te spelen.
Neuriën en zingen wordt waargenomen als gorilla’s ontspannen zijn en ze zich in een aangename omgeving bevinden; bijvoorbeeld omdat de zon schijnt en er voldoende eten voorhanden is. Vaak wordt het zingen dan ook waargenomen als de gorilla’s aan het eten zijn, een moment dat een gorilla het meestal naar zijn zin heeft. Het is een serie van hoge korte tonen en lijkt bijna op het gejank van een hond.
Het tevreden geluid, dat vaak zang wordt genoemd, kent veel verschillende vormen. Zeer waarschijnlijk kunnen gorilla’s elkaars stemmen herkennen, zodat ze kunnen duiden wie de geruststellende of tevreden geluiden maakt door de toon van hun stem.
Als een gorilla iets hoort waarvan hij vermoedt dat het gevaarlijk is, zal hij niet meteen alarm slaan. In plaats daarvan stopt hij met wat hij aan het doen is en luistert naar het geluid en onderzoekt waar het vandaan komt.
Als een van de gorilla’s stil valt, zullen de andere leden van de groep dit heel snel in de gaten krijgen. Het plotselinge ontbreken van geluid en de gerichte aandacht op een bepaalde plek in het bos kan immers gevaar betekenen. Stilte is dus ook een communicatiemiddel als het gepaard gaat met een directe blik en een uitdrukking van bezorgdheid. En als dat vervolgens wordt versterkt met meer verontrustende signalen, meer beweging of bewijs van een stroper of een bedreigend dier, dan kan er een soort van blaffend alarm worden gemaakt. En als gorilla’s echt bang zijn, schreeuwen ze en rennen weg.
Als het gevaar blijft bestaan, zal de zilverrug rustig achter een struik of een boom zitten en de dreiging observeren. Hij zal dan wachten op het juiste moment om hier achter vandaan te springen en een beangstigend gebrul te geven. En ook al is deze vorm van verbale communicatie heel indrukwekkend, over het algemeen zijn gorilla’s niet zo vocaal. Er wordt veel gecommuniceerd met behulp van non-verbale communicatie, bijvoorbeeld door gezichtsuitdrukking, gebaren of positie in de groep.
Het meest bekende gebaar van de gorilla is de borstroffel. De gorilla staat op twee benen en slaat afwisselend op de borst met open handen. Het is overigens een misverstand dat gorilla’s op hun borst slaan met gebalde vuisten, iets dat vaak juist (verkeerd dus) wordt getoond in films. De handen maken namelijk een soort kommetje waardoor het geluid wordt versterkt. Alle gorilla’s, ook de jongen, maken de borstroffel maar door de resonantie ruimtes in de borst van de zilverrug is bij hem het geluid het hardst en meest indrukwekkend.
De borstroffel maakt onderdeel uit van het machtsvertoon (display) van de zilverrug om op andere gorilla’s in druk te maken. Zo’n typische display kan beginnen met luid roepen (hoot) wat zich versnelt totdat deze hoots niet meer van elkaar te onderscheiden zijn. De zilverrug staat vervolgens op zijn achterbenen en roffelt snel op zijn borst. Het vertoon eindigt met het slaan op de grond, mogelijk het uittrekken van een jong boompje of het porren van een andere gorilla als die in de weg staat. Zo’n typische display kan zowel gericht zijn op mannen als vrouwen, met nuanceverschillen afhankelijk van de afstand waarop de gorilla zich bevindt waar de zilverrug zich op richt.
In de bovenstaande videoclip zijn twee gorillavrouwtjes te zien die beiden nakomelingen zogen. Zij raken elkaar aan om genegenheid te delen, en om de andere gorilla uit te nodigen. Het is een heel duidelijk gesprek, de ene gaat naar de andere en zegt “Hallo” waarna de gorilla die begroet wordt wegloopt. De andere zegt “Nee, niet gaan” waarop de vertrekkende gorilla reageert met “Nou ik ga, maar waarom kom je niet met mij mee”. Al die woorden zijn overbodig vanwege de gebaren en de uitingen van verlangen.
Het is geen antropomorfisme (“vermenselijken” van dieren) om de gorilla’s hun gedrag zo te interpreteren. Wat ze tegen elkaar zeggen is volkomen duidelijk uit de gebaren; het is non-verbale communicatie. Wat nog moet worden onderzocht is of dit gedrag al dan niet gepaard gaat met specifieke vocalisaties.
Er is nog veel te leren over gorilla-communicatie. Voor onderzoek naar de vocalisatie van gorilla’s wordt beduidend minder geld uitgetrokken dan voor onderzoek gericht op hun bescherming. Wellicht kan bij de berggorilla, die als enige primaat een groeiende populatie kent, dit onderzoek in de nabije toekomst worden opgepakt.
Gorilla’s hebben duidelijk het vermogen om taal te begrijpen. Als je taal definieert als zelfstandige naamwoorden en werkwoorden, is daar in het wild geen bewijs van, maar in gevangenschap wel. Apen, waaronder gorilla’s, lijken heel snel de syntaxis te begrijpen en de gebaren en symbolen te leren die staan voor bepaalde dingen maar ook gesproken woorden te associëren met dingen.
Dus gorilla’s hebben in gevangenschap duidelijk het vermogen om taal te begrijpen en het zou verrassend zijn als het in de natuur niet het geval zou zijn.
Foto Credits: Ian Redmond & GRACE