Er is behoorlijk wat onderzoek naar gorilla’s gedaan in de afgelopen decennia. Het observeren van wilde gorilla’s is natuurlijk heel anders dan in de dierentuin. Door hen in het wild te observeren, weten we hoe we de beste huisvesting kunnen creëren voor de gorilla’s in gevangenschap. Hoe belangrijk een goede huisvesting is? Met een goed verblijf hebben de gorilla’s bijvoorbeeld minder stress en kunnen ze zich probleemloos voortplanten. Onderzoek laat ook zien, dat gorilla’s met uitsterven worden bedreigd als we niet stoppen met de vernietiging van hun leefgebied.
De link tussen de gorilla’s en mensen is er een, die de wereld van de wetenschap fascineert. Het DNA van de twee is zo nauw verwant, dat een gemeenschappelijke voorouder zeer waarschijnlijk is. Maar niet iedereen is bereid om deze theorie te aanvaarden. Dit idee maakt sommigen namelijk erg ongemakkelijk vanwege bijvoorbeeld een geloofsovertuiging.
Door het onderzoek weten we, dat gorilla’s zeer intelligente dieren zijn. Zo kunnen zij verschillende vaardigheden leren van de oudere dieren of in gevangenschap van de mens. Gorilla’s kunnen informatie zodanig verwerken, dat ze zich aan nieuwe situaties aanpassen. Gorilla’s gebruiken (anders dan chimpansees of orang-oetans) niet vaak “gereedschap” maar ze doen het wel. Een van de eerste voorbeelden uit Congo (2005) was een gorilla, die een stok gebruikte om vanaf de oever te kijken hoe diep een meertje was.
De communicatie van gorilla’s is complex, er is nog veel onderzoek nodig om de gorilla-taal te leren. Ze communiceren door middel van gelaatsuitdrukkingen, lichaamstaal, geluiden (gejank, gegrom, tevreden geknor en alarmgeblaf) en door geur. Ook kennen gorilla’s een soort babytaal. Hoe we dit weten? Volwassen gorilla’s herhalen meer, als ze met jonge gorilla’s communiceren. Dit wijst erop, dat gorilla’s hun communicatie op de jongen afstemmen. Een voorbeeld hoe ontzettend zorgzaam en liefdevol gorilla’s met hun nakomelingen omgaan.
Wat de onderzoekers ook fascineert is, dat gorilla’s nooit twee keer hetzelfde nest zullen gebruiken. Het is niet duidelijk waarom niet, behalve dat zij natuurlijk een nieuwe rustplaats nodig hebben als ze op andere plekken naar voedsel zoeken. Maar zelfs als ze overdag een dutje doen en op dezelfde plek ’s nachts slapen, maken ze elke keer een nieuw nest.
Onderzoek toont aan, dat gorilla’s erg gevoelig zijn voor een aantal verschillende ziekten. Daaronder ook ziekten die mensen kunnen krijgen, zoals mazelen, verkoudheid virussen en zelfs verschillende soorten darmproblemen. Longontsteking is een ander veel voorkomend gezondheidsprobleem bij gorilla’s. Zeker in gevangenschap, moet deze ziekte nauwkeurig in de gaten worden gehouden. Mensen die met gorilla’s in gevangenschap werken, moeten sowieso goed op hun eigen gezondheid letten, zodat ze geen ziektekiemen overdragen.
Ondanks al het onderzoek is er nog zoveel dat we niet weten over gorilla’s! Zo komt de meeste kennis over gorilla’s van onderzoek naar de berggorilla’s. Dit is onderzoek van de laatste 30 jaar en betreft dus slechts een van de vier gorilla-ondersoorten. We weten dus nog heel weinig van de andere drie ondersoorten. Een van deze ondersoorten is ook de westelijke laaglandgorilla, de soort die in de meeste Europese dierentuinen te zien is.
Gorilla’s leven in ondoordringbaar, tropisch bos en moerasbos en verplaatsen zich dagelijks. Het exacte aantal gorilla’s in het wild is daardoor moeilijk in te schatten, maar de aantallen zijn erg laag. Behalve voor de berggorilla’s, die intensief door organisaties zoals de Gorilla Doctors worden beschermd, neemt het aantal gorilla’s door verlies van leefgebied, jacht en ziektes sterk af. Natuurbescherming en wetenschappelijk onderzoek zijn hierdoor onlosmakelijk met elkaar verbonden. Door onderzoek kan de natuurbeschermer veel beter inschatten of zijn inspanningen effect zullen hebben. De onderzoeker is op zijn beurt gebaat bij een gezonde gorillapopulatie, vrij van bedreigingen, die hij/zij kan blijven onderzoeken.