Gorilla’s leven in hechte groepen, waardoor ze sterke en stabiele sociale relaties hebben waar al hun leden profijt van hebben. Bij berggorilla’s omvat dit echter ook relaties tussen verwante individuen, wat een potentieel probleem vormt: paring tussen naaste familieleden zou de genetische fitheid van de populatie negatief kunnen beïnvloeden. Dit is de reden waarom de meeste in groepen levende wilde dieren manieren hebben ontwikkeld om inteelt te voorkomen, waarbij de meest gebruikelijke methode de verspreiding door mannetjes, vrouwtjes of beide in nieuwe groepen inhoudt naarmate ze volwassener worden.

Bij gorilla’s kunnen beide geslachten zich verspreiden, waarbij vrouwtjes tijdens hun leven vaak verschillende keren van groep wisselen, en mannetjes solitair worden, zich bij vrijgezellengroepen aansluiten of hun eigen nieuwe groepen vormen. Uit de meer dan vijftig jaar aan gegevens van het Dian Fossey Gorilla Fund blijkt echter dat berggorilla’s een ongewoon flexibel verspreidingspatroon hebben, waarbij slechts ongeveer de helft van de individuen van beide geslachten hun geboortegroep verlaat. Dit betekent dat ongeveer 60% van de reproductieve berggorillagroepen één volwassen mannetje heeft. De rest van de groepen bestaan vaak volwassen mannetjes en vrouwtjes die mogelijk nauw verwant zijn.

Leven met familieleden kan een scala aan sociale voordelen opleveren, maar paren met familieleden kan de overleving en vruchtbaarheid van het nageslacht verminderen en de gezondheid van de algehele gorilla populatie aantasten. In een recent onderzoek van wetenschappers van het Dian Fossey Gorilla Fund werd daarom gekeken naar gedetailleerde gegevens over copulatiepatronen en het vaderschap van nakomelingen. Deze gegevens, verzameld gedurende 13 jaar, zijn van onschatbare waarde om de vraag te helpen beantwoorden welke tactieken berggorilla’s zouden kunnen gebruiken om paring met naaste verwanten te herkennen en te vermijden, afgezien van het verspreiden naar andere groepen. Daarnaast werd er gekeken naar ruim 55 jaar aan gegevens over verspreidingspatronen bij elk geslacht.

Het onderzoek is vooral belangrijk omdat de populatie berggorilla’s erg klein is, met slechts ongeveer 600 individuen in het Virunga-gebergte, waar dit onderzoek plaatsvond. (Er leven nog ongeveer 400 berggorilla’s in een niet-aangrenzend gebied in Oeganda.) De genetische diversiteit in de populatie als geheel is dus al laag.

De vrouwen kiezen
Interessant is dat bij berggorilla’s de meeste copulaties worden geïnitieerd door vrouwtjes (meer dan 60%) en als er meerdere mannetjes in een groep zijn, paren de meeste vrouwtjes elk jaar met meerdere mannetjes, van wie sommigen nauwe verwanten kunnen zijn, wat de vraag doet rijzen of en hoe ze inteelt vermijden.

Onze onderzoekers ontdekten dat berggorilla’s vrij gemakkelijk familieleden aan hun moederskant kunnen herkennen, door nauwe sociale relaties tussen moeders en nakomelingen en tussen broers en zussen van moeders kant tijdens het opgroeien en vaak daarna. Het onderzoek toont aan dat ze een aanzienlijke afkeur hadden om te paren met verwanten van moeders kant.

Het identificeren van vaderlijke verwanten binnen een groep met meerdere mannen is echter niet zo eenvoudig. Maar het lijkt er op dat de vrouwen eenvoudige methode hebben gevonden. Volgens de waarnemingen hebben jonge gorilla vrouwen de neiging om paring te vermijden met mannen die oud genoeg zijn om in zo’n groep hun vader te zijn. Interessant genoeg geldt dit patroon niet als vrouwtjes overstappen naar een andere groep. In dat geval geven ze er eigenlijk de voorkeur aan om te paren met oudere mannetjes die waarschijnlijk een hogere status in de groep hebben. Deze flexibiliteit benadrukt de intelligentie van gorilla’s om verschillende strategieën te gebruiken, afhankelijk van de omstandigheden.

Het is ook mogelijk dat gorilla’s eenvoudigweg herkennen hoe hun naaste verwanten eruit zien (of ruiken), wat ‘fenotypische matching’ wordt genoemd. Het lijkt een beetje op hoe we naar foto’s van mensen kunnen kijken en fysieke overeenkomsten kunnen zien. Dit vermogen is aangetoond bij chimpansees, maar de onderzoekers hebben er in dit onderzoek bij gorilla’s geen sterk bewijs voor gevonden.

Over het geheel genomen is uit het onderzoek gebleken dat de strategieën die berggorilla’s kunnen gebruiken bij de partner keuze de inteelt in groepen waar familieleden samenleven aanzienlijk verminderen.

Bron: Morrison Robin E., Ndayishimiye Eric, Stoinski Tara S. and Eckardt Winnie 2023. Multiple mechanisms for inbreeding avoidance used simultaneously in a wild ape. Proceedings of the Royal Society B, Biological Sciences.290-20231808. https://royalsocietypublishing.org/doi/10.1098/rspb.2023.1808

Foto Credit: 123RF stockfoto

Written by Gorilla Stichting Nederland